Op veel pensionstallen en maneges is de activiteit momenteel sterk verminderd of helemaal stilgelegd. Logisch, want het is nu eenmaal belangrijk dat wij mensen het virus niet verspreiden. Voor de paarden heeft dit een tijdelijke rustperiode tot gevolg. Daar is op zich niks mis mee. Maar vergeet niet dat beweging voor het paard wel een soort levensbehoefte is. Niet alleen voor het gedrag, maar ook voor de vochtafvoer en het verteringsproces. Minder beweging kan leiden tot problemen in gedrag en gezondheid. Om overgewicht en andere gezondheidsklachten te voorkomen tijdens deze lockdown, is slim management nodig.
Lopen, lopen, lopen
Elke stal heeft zijn eigen maatregelen en oplossingen voor deze situatie. Iedereen probeert er het beste van te maken. Degenen die de paarden verzorgen hebben misschien minder hulp en het daardoor erg druk. Afhankelijk van de huisvesting, tijd en ruimte krijgen paarden “loop-gelegenheid”. Paarden die in een groep staan, hebben een streepje voor op individueel gehuisveste dieren, omdat ze sociaal contact hebben en vrij kunnen bewegen. Ook bij hun is soms het oppervlakte beperkt en nodigt niet altijd uit tot het trekken van een sprintje. Volgens de welzijnsregels zou elk paard minimaal 4 uur vrij moeten kunnen lopen en een sprintje moeten kunnen trekken. Staan paarden in boxen en is er beperkte ‘bemensing’ op stal, dan kan dit gevolgen hebben voor de gezondheid van de paarden.
Gevolgen van langdurige stalrust
Staan paarden veel en lang alleen op stal, dan zijn er risico’s voor de gezondheid. Het paard kan gaan weven, kribbebijten of andere stalondeugden krijgen. Minder darmbeweging vertraagt de doorstroming van het voer. Dit leidt tot vastere mest dat kan een verstopping en koliekklachten geven. Verder kan het paard kan dikke benen krijgen en als gevolg van stress maagzweren ontwikkelen.
De positieve effecten van beweging :
- verbetert de bloeddoorstroming
- zorgt voor afvoer van vocht uit de benen (voorkomt stalbenen)
- geeft afleiding en voorkomt stalondeugden
- stimuleert de darmperistaltiek en is nodig voor de vertering
Blijf bewegen
Probeer de paarden minimaal 1 keer per dag een paar uur in een paddock of rijbak te zetten voor hun dagelijkse “sprintje”. Kan je zelf wel naar je paard, zorg dan dat je deze tijd benut het paard uit de box te halen en te laten lopen.
Afleiding
Naast beweging is kauwen een andere “behoefte” die het paard heeft. Kauwen is natuurlijk nodig om het voer goed te verteren, maar geeft ook afleiding. Het speeksel dat vrijkomt tijdens het kauwen helpt maagzweren voorkomen. Het paard verveelt zich minder en zo ontstaan er ook minder stalondeugden. Op hard en stengelig ruwvoer kauwt het paard meer en langer dan op fijn en zacht ruwvoer. Daar komt bij dat het harde voer minder energie levert. Dat is gunstig, want zo kan je er nu meer van voeren. Is het hooi of kuilvoer redelijk zacht, meng het dan met harder hooi of met wat stro. Takken zijn ook geliefd om aan te knagen. Het levert niet veel voederwaarde, maar wel afleiding. Er zijn ook speelballen die je kan vullen met ruwvoer. Wortels zijn mogelijk als wat extra’s. Ze leveren weinig energie, het is tenslotte voornamelijk water (!), maar wel wat te doen. En tegenwoordig zijn er hardgeperste hooi- of luzerneblokken. Hier doet het paard ook iets langer over om het op te eten. Geef niet meer dan één of twee per dag, vanwege extra energie en eiwit.
Overgewicht voorkomen
Niet elk paard blijft gezond als het ruwvoer onbeperkt wordt aangeboden. Het zit in de natuurlijke stofwisseling en gedrag van het paard om reserves aan te leggen voor zwaardere tijden. Paarden mogen ook wel een paar uur zonder eten. Zeker als het paard sociaal contact heeft, beweging krijgt en getraind wordt. Nu het paard meer “tijd” over heeft, kan de hoeveelheid ruwvoer wel omhoog. Van stengelig grof ruwvoer kan het paard meer krijgen dan van zacht en fijn ruwvoer. Maar zelfs daarvan kunnen paarden (en zeker sobere rassen) overgewicht van krijgen. De verandering in de vetaanzet is niet zo snel zichtbaar, let dus op dat je het paard niet stiekem veel te veel voert en te dik laat worden. Door het ruwvoer te mengen met stro vergroot je de “kauwtijd”, maar het nadeel is dat stro langzaam verteerbaar voer is. En in combinatie met weinig darmbewegingen, kan dit een verstopping geven. Vervang niet meer dan een derde tot max de helft van het ruwvoer door stro (dat laatste alleen bij zacht en fijn ruwvoer). Hou als handvat aan dat ongeveer 1,5 kilogram hooi per 100 kilogram lichaamsgewicht meestal voldoende is. Voor een paard van 600 kg is dat 9 kilogram gemiddelde kwaliteit hooi per dag. Daar mag nog wel 2 kilogram stro naast.
Geef het voer in een slowfeeder. Dit kan een bak zijn waar het hooi in een hooinet inligt of onder een metalen rooster. Een dubbel hooinet ophangen is ook handig. Al bijten ze het soms wel kapot. Zorg in ieder geval dat de situatie voor het paard wel veilig blijft.
Door verschillende soorten ruwvoer in verschillende systemen in de stal te zetten of op te hangen (denk aan veiligheid) maak je een soort cafetaria. Het paard kan “snacken” en zo zichzelf wat bezighouden.
Vervang krachtvoer door een mineralensupplement
Krachtvoer kan in ieder geval minder of helemaal weggelaten worden. De extra energie uit krachtvoer van zetmeel en suikers is nu niet nodig. Paarden kunnen er “heet” van worden het kan bijdragen aan een maagzweer. Vervang het krachtvoerrondje door een rondje extra ruwvoer. Het is wel nodig mineralen en vitaminen bij te geven. Dat kan met een goed passend supplement, zoals Bonpard Forage. Een klein handje per dag is voldoende.
Op zoek naar goed voedingsadvies voor je paard?
Kijk hier voor een Voedingsconsulent Paard bij jou in de buurt!